Koolhydraten zijn de enige macronutriënten die niet absoluut essentieel zijn om te overleven. Er zijn essentiële vetzuren en aminozuren (de bouwstenen van vetten en eiwitten), maar er bestaat niet zoiets als ‘essentiële koolhydraten’. Suikers en zetmeel vallen in deze categorie.
Als je begint, streef dan naar 20 gram netto koolhydraten per dag.
Totaal Koolhydraten – Vezels = Netto Koolhydraten
Koolhydraten zijn onder meer: brood, rijst, pasta, suiker, honing, fruit, snoep
Waarom maken koolhydraten je dik?
Wanneer koolhydraten worden gegeten, worden de meeste verteerd en afgebroken tot glucose. Bij een normaal, gezond individu laat het lichaam slechts een bepaalde hoeveelheid glucose in het bloed circuleren (ook bekend als “bloedsuiker”). Dat betekent dat wanneer u koolhydraten (brood, aardappelen, rijst, snoep, enz.) verteert, het lichaam de vrije glucose in de bloedbaan snel afvoert naar andere plaatsen in het lichaam om de bloedsuikerspiegel binnen het normale bereik te houden. Homeostase, joh.
DUS… WAAR GAAT DEZE EXTRA GLUCOSE NAAR ZODRA HET LICHAAM HEM UIT DE BLOEDSTREAM HEEFT VERWIJDERD?
Een deel ervan wordt onmiddellijk verbrand.
Een deel ervan wordt opgeslagen als glycogeen.
Een deel ervan wordt omgezet in lichaamsvet.
De spieren en hersenen verbranden glucose onmiddellijk. De glucose die wordt opgeslagen als glycogeen kan worden vrijgegeven voor later gebruik, net als de glycogeenopslag in de lever die wordt gebruikt om de bloedsuikerspiegel stabiel te houden.
Wat niet verbrand wordt, wordt weggevaagd en opgeslagen als glycogeen.
Maar de opslagruimte voor glycogeen is beperkt en het lichaam van iemand met insulineresistentie synthetiseert glycogeen in het begin niet zo goed.
Dus wat gebeurt er als je meer koolhydraten eet die je meteen kunt verbranden en de glycogeenreserves van je lichaam al vol zijn?
In plaats van uw bloedsuikerspiegel door het dak te laten schieten naar een diabetesniveau, zet uw lever de extra glucose om in vet – een proces dat lipogenese wordt genoemd.
Lipogenese is eenrichtingsverkeer. Zodra die glucose (of fructose) in vet is omgezet, is er geen weg meer terug. De extra glucose of fructose worden vetcellen en blijven vetcellen.